18:31u

“Wat kan ‘k eigenlijk nog zeggen?”

‘k Bedacht mij dat net.

“Der is toch eigenlijk niets meer dat ‘k nog kan zeggen, ..of wel?”

“Niets van wat ‘k nog zeg maakt nog iets uit, of niet soms?”


M’n jongste zoon was hier vandaag langs geweest.

Daar waren we eigenlijk heel blij om.

Soit.

We zijn samen gaan wandelen.

Noten rapen en een beetje praten.

Allé ja, ‘k denk dat ‘k dat ventje weer overbelast heb met te razen.

Het is erg. ‘k Weet het.

‘k Wil dat eigenlijk niet doen.

Maar door altijd maar alleen te zijn,

altijd maar met dezelfde gedachten te blijven zitten

en nu de stress daar nog is bij van die constante overprikkeling

en ook daar met niemand eens echt over te kunnen praten die eens echt luistert

om ons zo verzwaarde hart eens te kunnen luchten

en die dan terug praat,

raad geeft

of gewoon al validatie

geborgenheid

een gesprek weet je wel,

een dialoog,

menselijk contact

..

en van zoveel leugens achter m’n rug te horen..

overval ‘k de kinderen elke keer onbedoeld met een soort ..drang ..om mij te moeten verdedigen..

mij te moeten verantwoorden.

Ohw, begrijp me niet verkeerd hé:

Niet dat we het erg vinden om ons te moeten verantwoorden tegenover de kinderen als we een fout gemaakt hebben die hun treft hé.

Dat niet in het minst.

Daar mogen de kinderen ons altijd voor ter verantwoording roepen; en die verantwoordelijkheid zullen wíj́ nooit uit de weg gaan. Nooit!

Maar ‘k ben mij al een hele tijd tegenover hun aan’t verantwoorden voor ánderen hun gedrag en anderen hun denken. (Eigenlijk moet ‘k zeggen: weeral! Voor de zoveelste keer: Weeral!)

Voor leugens, die door die anderen achter mijn rug om naar mij gespuwd worden.

Voor denken en gedrag dat in onze schoenen geworpen wordt, terwijl het niet van ons is.

Denken en gedrag dat ons ten laste wordt gelegd, maar van hún is.

Hun denken en hun gedrag dat ze zelf op ons projecteren.

(En neen, het is niet alleen ‘van horen zeggen’. Het is het hun ook hóren zeggen en zien doen, terwijl ze denken dat ‘k het niet hoor of niet door heb.)

Maar verdedig u maar eens als een bepaald beeld, een (voor)bepaalde denkwijze zó algemeen verankerd is in een systeem, een cultuur, een maatschappij.. dat het onwrikbaar vastgeroest is in het algemeen denken.

‘k Heb het dan nu over het stigma dat als je psychiatrische hulp vraagt (of nodig hebt) dat je dan ‘zot’ bent; en dat alles wat je vanaf dan zegt tot ‘zottemanspraat’ wordt gereduceerd..

Geen waarde aan gehecht moet worden en zelfs als volledig waardeloos beschouwd wordt.

Weet je hoe denigrerend dat is!?

Hoe.. dégoutant ontmenselijkend! (rinkelen er nog steeds geen alarmbelletjes over uw eigen denken, dokter? Bij ons wel zene..)

Dat beeld is nog steeds zó algemeen geldend in de wereld (bijna wou ‘k zeggen: in onze cultuur, maar dit is een denken dat globaal is), dat het de voorbije jaren dikwijls (zelfs zéér recent nog) gebruikt is om ons in diskrediet te brengen en zelfs om al wat we zeggen (en daarmee ons, als mens, dus ook) tot die waardeloosheid te herleiden.

[Een voorbeeld: door de directiesecretaresse van de school waar m’n oudste zoon ging, voor hij daar als lastig kind veroordeeld van school werd gestuurd:

Die, omdat we niet zomaar mee gingen in het ‘verhaal’ dat het nodig is om m’n kind mak plat te drogeren (met medicatie waar de langetermijngevolgen voor de hersenen (in groei) zelfs nog niet van gekend zijn); en haar, de directiesecretaresse wel te verstaan hé, dus niet zomaar zonder meer gelijk gaven, zeer plots en zeer venijnig, in wat eerst een beschaafd ‘gesprek’ bleek, giftig uithaalde ‘dat ze wel al gehoord had dat “ik” een ‘psychiatrisch geval’ was waar niet mee te praten viel’.]

Slik.

Oh, dus omdat ‘k uw ongegronde argumentatie weerleg met rationele tegenargumenten, maar dus eigenlijk gewoon u, de directiesecretaresse wel hé, geen gelijk geef wanneer en hoe u het wil, ben ‘k ineens ‘een psychiatrisch geval’ wiens bezwaar, mening of gedacht waardeloos is!?

Leuke wereld, echt..

En nu plots, terwijl we hier met andere zaken bezig waren, viel mij plots die gedachte te binnen:

“Wat kan ‘k zeggen?”

“Wat, kan “ik” eigenlijk nog zeggen?”

“Zelfs tegen m’n eigen kinderen.”

Want vandaag, de dag van vandaag, nog steeds, is dat beeld -dat enkel “zotten” bij de psychiater langs gaan- nog steeds algemeen geldend.

Zelfs in die scholen wordt dat er nog steeds met de paplepel ingelepeld (als foie gras-ganzen).

Dus wat kan ‘k dan zeggen?

Heel die hun denken, héél die hun wereldbeeld, heel die hun wereld wordt gevormd en bepaald door die maatschappij, die school en hun omgeving die ook zo denkt.

Waarbij geen van allen zélf enig besef heeft van hoe voorgekauwd hun “eigen” denken is.

Maar.. hoe moeten wij ons daar tegen verdedigen dan?

‘k Zei het nog tegen m’n zoon vandaag terwijl we aan het wandelen waren:

In sociale structuren bij primaten..

In menselijke sociale structuren is een van de grote “machtspijlers”: ‘aantal‘.

Het hoe of wat doet er dan niet meer toe.

Aantal = macht.

Meer niet.

En daar kun je u als individu niet tegen verdedigen door daar tegenin te gaan.

[Als vier ‘bullies’ je pesten en verwijten hé zoon, en je bent zo moedig om daar tegenin te gaan, dan gaan die geweld gebruiken. U duwen en misschien zelfs slagen of stampen, omdat die die macht van het aantal hebben en ook willen installeren en behouden. Maar als je je dan nog verzet, en om de een of andere reden zeer goed bent in u verdedigen, wat uw recht dan zou zijn ja, en je klopt er ene een bloedneus nadat die je eerst gebokst of gestampt had, of alle vier he. Dan ga jij nog steeds de schuld krijgen zoon. Dan ga jij ‘de agressor’ zijn, ‘de agressieveling’. En dan is het hún woord (met vier in aantal), tegen uw woord (jij alleen). Weer verloren. Want dan wordt je ook nog eens door dat systeem, dat ook enkel in dat aantal geloofd, gestraft. En als je thuis komt daar ook nog eens, want daar geloven ze ook het “aantal” van de school boven jou. …En dan slaagt uw vader u bij thuiskomst zonder pardon tegen de grond, met zijn plat hand los op uw oor zonder zich in te houden zodat er iets aan uw trommelvlies weken later nog piept en uw oor nog pijnlijk is, dreigend dat je er nog wat gaat krijgen als je durft te wenen, als je ook maar één traan durft te laten, terwijl uw moeder of doet alsof haar neus bloedt en in de potten blijft roeren (uit schik misschien om zelf wat klap te krijgen of uit pure onverschilligheid), of woordelijk de ‘pandoering’ ondersteunend u in de steek laat… of… oh wacht, moment.. over wie hebben we het hier nu eigenlijk nog..]

“Ik” vrees e..

‘k Vrees dat de kinderen ook al zó compleet gebrainwasht zijn, dat het al totaal niet meer uitmaakt wat ‘k nog zeg,

want al wat ‘k zeg, zijn woorden waar ‘geen geloof moet aan worden gehecht’ volgens hun omgeving,

want heel die hun leefwereld zegt hun dat enkel ‘zotten waar geen geloof moet aan worden gehecht’ psychiatrische hulp nodig hebben..

en dat je “zo’n mensen” niet moet geloven.

HHmmm


𝒾∂เรᗪ𝔫©️MMXXII

Je kan misschien ook genieten van:

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *