“Ik ben er helemaal klaar mee!”

Dacht ik. 

Ergens

Maar uit het steeds opnieuw uitstellen om het blog af te sluiten, blijkt ergens toch ook dat ik er misschien nog niet volledig klaar mee was. 

En nu, nu de datum om het contract nog kosteloos te kunnen beëindigen verstreken is, ben ik er contractueel dan ook toe verplicht om het blog nog een jaartje langer te behouden. 

Het is natuurlijk zo dat er geen enkele verplichting bestaat om nog iets van nieuwe teksten op het blog te zetten. 

Dat niet. 

Ergens

Maar ik veronderstel dat u het wel ergens met me eens zal kunnen zijn dat het geen gebruik meer maken van dat medium, terwijl het op zijn minst nog een vol jaar ter beschikking staat, een nogal absurde beslissing zou zijn. 

Ja, misschien zelfs een gemiste kans. 

Schrijven op zich zou ik toch niet gelaten hebben. 

Nee, dát niet.. denk ik

Maar het schrijven op het blog -voorál op het blog- bracht met zich mee dat ik teksten zat aan te passen. 

Dat ik niet volledig meer aan het schrijven was voor mezelf, maar dat ik die teksten weer wat aan het samenstellen en aanpassen was ..vanuit noodzaak

Een noodzaak om gehoord en gezien te worden;

Een noodzaak om verbinding te kunnen maken;

Een noodzaak om waarde en bestaansrecht te vinden, te krijgen.. te vérkrijgen..

Een nood, een diep gewortelde nood, om “goedkeuring” van anderen te krijgen.. om te mogen zijn, te mogen bestaan. 

Paniek

Terwijl ik die waarde en dat bestaansrecht eigenlijk helemaal niet van een ander zou moeten laten afhangen. 

Wat dan van het bovenstaande, omdat het dus niet echt volledig vanuit mezelf is maar vanuit een verlangen naar ‘goedkeuring’, een soort valse nood en een soort valse noodzaak maakt. 

Ik weet het. 

Ergens

Het zou vanuit een mezelf moeten komen. 

Ik zou dat op de een of andere manier zélf aan dat mezelf moeten kunnen geven. 

Maar vooralsnog lukt me dat niet. 

Wat ik ook probeer, wat ik ook doe, ik slaag er maar niet in om enige waarde of bestaansrecht vanuit of voor dat mezelf te genereren. 

Ik merk, in al wat ik doe, zeg, denk.., dat ik constant naar de goedkeuring van derden hengel.

Dat het beangstigend en bedreigend voor me aanvoelt, zelfs al is het alleen nog maar in mijn gedachten, om te proberen dat eens niet te doen. 

Het voelt werkelijk levensbedreigend en beangstigend aan –met hartkloppingen, koud zweet en heuse paniekaanvallen met alles erop en eraan erbij– als ik er zelfs nog maar aan dénk, om eens niet in functie van een ander te bestaan..

Om te proberen grenzen aan te geven, mijn eigen voelen op tafel te leggen, voor mezelf op te proberen komen..

Mezelf waarde en bestaansrecht probeer te geven. 

Het voelt werkelijk –met alles erop en eraan– lévensbedreigend aan, als ik voor mezelf eens probeer op te komen.. mezelf waarde en bestaansrecht probeer te geven. 

En toegegeven, omdat ik nooit geleerd heb om dat te doen, en ook niet weet hoé ik dat dan moet doen, doe ik het, zo blijkt ook telkens weer uit de reacties van derden, blijkbaar helemaal verkeerd. 

Ik weet ook totaal niet hoe ik het dan wél zou moeten doen. 

Het enige dat ik weet, is dat ik dat ik niet meer afhankelijk wil zijn van anderen voor waarde en bestaansrecht -omdat ik nu besef dat dat enorm schadelijk is.

Dat ik waarde en bestaansrecht ín mezelf wil vinden vóór mezelf en dat wil toelaten -hoe levensbedreigend het ook nog steeds mag aanvoelen nu.

En dat mij dat -vooral in directe interactie met derden- nog steeds niet lukt. 

De enige manier om mij daar op dit moment een beetje tegen te kunnen beschermen, is isolatie. 

Pijnlijke, afstandelijke (zelf)isolatie. 

Pijnlijk voor alle betrokken partijen. 

Maar ik kan niet anders. 

Want ik weet nog steeds niet, in geen enkele interactie, hoe ik dan bij dat ‘mezelf’ moet blijven en hoe ik dan die noden, verlangens, behoeften.. hoe ik dat ‘mezelf’ moet vertalen. 

Omdat ik het ook nog steeds niet wéét; omdat ik ook nog steeds zoekende ben;

Omdat ik mezelf, mijn echte echte zelf, zó diep heb weggestoken.. zó diep heb weggeduwd.. dat ik het nog steeds zelf niet terugvind. 

Flarden, ja flarden..

Hier en daar een splinter.. een uiterst klein stukje van een vergruist geheel.. dat als ik het probeer vast te pakken.. steekt in mijn brein.. als een onderhuidse glassplinter in het topje van je vinger..

Ik moet mezelf terugvinden; ik moet mezelf zoeken..

Splinter na splinter moet ik mezelf terug vinden en bijeenrapen..

De knagende, irritante pijn van die onderhuidse splinters uit het diepste van mezelf naar boven te halen en te laten uitzweren doorstaan..

Maar hoe vertaal je dat ook?

Hoe zeg je dat dat is wat je probeert en moet doen..

En mensen worden kwaad op mij als ik dat probeer. 

Voor mij komt het dus nog steeds over alsof elke interactie van mij eist om heel mijn ‘mezelf’ weg te duwen en enkel ‘in functie van een ander’ te bestaan. 

Enkel dan, zo heb ik het gevoel, kan ik afstraffing grotendeels vermijden. 

Elke interactie die ik heb, komt het voor mij over alsof mensen willen dat ik hún noden en verlangens begrijp -en geloof me ik merk ze op en begrijp ze- en dat die dan hún noden en verlangens op mij afschuiven.. willen dat ik aan hún noden en verlangens voldoe.. met de niet mis te verstane extensie dat als ‘ik’ niet tegemoetkomt aan de invulling van die noden en verlangens.. dat mij dan verwijten, afstraffing en uitsluiting wacht. 

Zelf al kan ik daar eigenlijk met de beste wil van de wereld vanuit mijn echte zelf niet aan tegemoet komen.. en probeer ik dat nu voorzichtig aan te geven. 

Dat lijkt hun niet in het minst te interesseren. 

Neen. 

Zij willen iets; en ik moet daar goedschiks of kwaadschiks aan tegemoet komen. 

Zonder enige ruimte om daar over na te kunnen denken of wat dan ook. 

En elke ‘weigering’ van mijn kant, wordt gezien als een aanval op hun noden of zoiets. 

Alsof elke poging van mezelf om bij mijn echte zelf te blijven die niet strookt met de directe invulling van hún noden, een regelrechte aanslag is op heel hun wezen. 

Bijvoorbeeld mensen die een bepaald soort ‘liefde’ van me willen, die ik vanuit mijn echte zelf niet kan geven;

Of mensen die een bepaald soort ‘vriendschap’ van me willen, dat ik vanuit mijn echte zelf niet kan geven;

Of mensen (en instituten) die een bepaald soort ‘gedrag’ van me eisen, dat ik vanuit mijn echte zelf niet kan geven;

Mensen, die zouden willen dat ik denk en voel zoals zij denken en voelen.. maar dat ik vanuit mijn echte zelf, met de beste wil van de wereld, niet denk en voel..

En toegegeven, ik weet het, mijn ontwikkeling is zó enorm verstoord dat mijn echte zelf dingen niet kan, die voor de meeste andere mensen zo –pijnlijk verschrikkelijk– vanzelfsprekend zijn, dat het pijnlijk en verschrikkelijk ís! ..om zelf net dat niet te kunnen… vanuit mijn echte zelf.

Al zou ik dat wel wíllen kunnen vanuit mijn echte zelf. 

Ik verlang er zo ontzettend naar om dat te kunnen vanuit mijn echte zelf. 

Maar het gaat niet. 

Als ik echt eerlijk ben, gaat dat niet vanuit mijn echte zelf. 

Ik kan dat alleen maar vanuit dat afschuwelijke ‘in functie van een ander’-bestaan doen. 

Ik kan dat alleen maar ..in die complete zelfvernietiging. 

Begrijpt u wat ik probeer te zeggen?

Mijn echte zelf is zó verstoord dat ik enkel vanuit een onecht zelf weet tegemoet te komen aan wat voor andere mensen zó vanzelfsprekend is. 

Vanuit mijn echte zelf voelt dat werkelijk levensbedreigend aan. 

En dat merkte ik ook ergens in het schrijven op dat blog. 

Op zich, zo bedenk ik mij, als ik de geschiedenis probeer te analyseren, is dat helemaal niet zo verwonderlijk: 

Van bij mijn geboorte is heel m’n bestaan erop gefocust geweest om in dienst te staan van anderen. 

Om te doen wat anderen wilden dat ik deed; om te denken wat anderen wilden dat ik dacht; om te voelen wat anderen wilden dat ik voelde; …

Om te zíj́n, wat anderen eisten wat ik was!

Ik wil hiermee niet zeggen dat anderen dat doelbewust gedaan hebben. 

Of doen. 

Al denk ik het ergens niet, maar twijfel ik ook over die gedachten: Misschien ligt het echt “gewoon” allemaal aan dat ‘mezelf’, zoals gezegd is en nog dikwijls gezegd wordt. 

Misschien, heb ‘ik’ alleen maar het ‘gevoel’ gehad, dat ‘ik’ slecht was en enkel ‘in functie van een ander’ waarde en bestaansrecht had..

En enkel in die functie mocht bestaan. 

Maar misschien is het “gewoon” ook wel echt zo, dat mijn denken en mijn voelen altijd al zó verschrikkelijk anders is geweest, dat net dat ook zo onbevattelijk is voor anderen. 

Dat net dat ook voor anderen zo bedreigend aanvoelt..

Al zullen ze het misschien zelf niet echt duidelijk bevatten wat het dan net is..

En hoor ik daarom al heel mijn leven “doe toch gewoon gewoon”..

Omdat dat “gewoon” zóoooo vanzelfsprekend is voor hun..

En voor mijn echte zelf niet. 

Misschien, weet je, zoals elke medaille twee kanten heeft, zal dit ook wel een combinatie van de twee zijn. 

Hoe dan ook, de weegschaal is zwaar uit balans voor mij. 

Om te kunnen overleven heb ik heel m’n “mezelf” weggeduwd.

Mijn noden, mijn verlangens, mijn gevoelens, …

Er is ook constant twijfel gezaaid in heel dat mezelf..

In al wat ik denk, voel.. opmerk aan noden en verlangens..

Mijn denken, mijn voelen, mijn noden en verlangens.. 

Alles van ‘ik’ was fout, slecht en verkeerd.

Ik ben dat zelf zo gaan zien. 

Ik ben dat zelf beginnen geloven. 

Ik ben aan alles van ‘mezelf’ beginnen twijfelen en ben beginnen geloven dat elke behoefte van ‘ik’ slecht was..

En ik heb die omgeruild voor die behoeften van anderen.. in wat “ik” kon betekenen in de vervulling van die behoeften van anderen. 

Ik ben dat zó gewoon worden van te doen, zo gewoon geworden van heel mijn “mezelf” weg te duwen en enkel ‘in functie van anderen’ te bestaan, dat die ‘tweede natuur’ haast een ‘eerste natuur’ is geworden. 

Alsof de avatar die je ter bescherming gecreëerd hebt een eigen leven is beginnen leiden en je ‘echte zelf’ (wat dat dan ook is) zelf als een bedreiging is beginnen zien. 

En de levensvatbaarheid van die ‘avatar’ ligt in die ‘afhankelijkheid van derden’.. en de vernietiging van al dat ‘zelf’. 

Vooralsnog, voel ik dus een enorme afhankelijkheid van ‘de goedkeuring van derden’. 

Van de mening van derden. 

En ik denk dat dié afhankelijkheid ergens opgemerkt en gevoeld is;

En dat die dan ook de reden is geweest om te willen stoppen met het blog. 

‘Het door trauma afhankelijk zijn van de méning! van derden voor enige (eigen)waarde en bestaansrecht.’

Het blog dan, dat net opgestart was om mijn eigen meanderende zelf waarde en bestaansrecht te proberen bieden, verwerd een, uit traumatische afhankelijkheid, langgerekte, klagelijke hulpkreet naar waarde en bestaansrecht.. buiten onszelf. 

En ik haatte het. 

Haatte mijn eigen afhankelijkheid van die mening van derden. 

Ik haatte het dat het blog niks anders geworden was, dan een ‘gezaag en geklaag’..

Niks anders dan hulpkreten in een zichzelf ondermijnende poging naar die waarde en dat bestaansrecht buiten mij..

Waar ik mij, vanuit dat onechte zelf, bijzonder afhankelijk van voel, zo blijkt

Ik begon het blog te haten, omdat ik mijn afhankelijkheid begon te haten en mezelf daarvoor weer begon te haten. 

Als ik nu nog even mag, in tegenstelling tot wat er na mijn woorden misschien kan worden gedacht:

Het is absoluut niet zo dat die aanpassingen die ik maakte aan die teksten, voor ze op dat blog werden geplaatst, van dien aard zijn dat ze de eerlijke, feitelijke waarheid onrecht aandoen. 

Neen, absoluut niet!

Daar zou ik zelf niet mee kunnen leven

Maar door die manier van schrijven aan te passen -andere verwoordingen en zinsconstructies te gebruiken- of door meer of minder nadruk te leggen..

Door dus als het ware de ‘toonaard’ van die teksten aan te passen, trachtte ik, zo kan ik nu wel zien als ik herlees, voor de zoveelste keer twee zaken tegelijk te bewerkstelligen:

Langs de ene kant is er dan die poging om die ‘valse’ noden -gehoord en gezien worden, waarde en bestaansrecht krijgen, goedkeuring verkrijgen- vervuld te proberen krijgen;

En langs de ander kant, tegelijkertijd dus, de ondermijning van elk van die pogingen..

Zodat mijn eigen waardeloosheid een zichzelf in stand houdende voorspelling wordt (of kan blijven).

Wat dus resulteerde in teksten die ik zelf ervaar als ‘zagend en klagend’.

Waardeloos.

Laat staan dan hoe anderen die ervaren. 

Teksten die dan, ook al staan ze bol van de eerlijke, pijnlijke hulpkreten, net voor het tegenovergestelde zorgen dan hetgeen er in eerste instantie mee werd betracht:

Mezelf waarde en bestaansrecht proberen geven. 

Mijn echte zelf en niet dat ‘valse’ zelf waarde en bestaansrecht proberen geven. 

Waarin dat dat ‘valse zelf’ dus niks anders dan de pijnlijke uiting is, van totaal niet weten hoe ik mezelf enige waarde of bestaansrecht moet geven, anders dan in dat ‘in functie van een ander’ bestaan en dat tegelijk zelf te ondermijnen van waarde en bestaansrecht. 

Wat heeft een ander nodig; hoe kan ik daaraan tegemoet komen; en hoe kan ik er tegelijkertijd voor zorgen dat waarde en bestaansrecht voor mijn echte ik vernietigd wordt?

Koste wat het kost: Hoe kan ik daaraan voldoen. 

Hoe kan ik dat stoppen?

Hoe kan ik nu eindelijk stoppen met in functie van een ander te leven..

En beginnen leven voor mezelf?

Mijn echte zelf. 

Hoe geef ik mijn echte zelf waarde en bestaansrecht?


𝒾∂เรᗪ𝔫©️MMXXIV

Je kan misschien ook genieten van:

1 reactie

  1. Dit kwam ik vandaag nog tegen op reddit r/c-ptsd : “It’s not about trusting others, it’s about trusting yourself to carry your own safety via boundaries.”

    En dat is exact ook waar we eigenlijk ook alleen controle over hebben.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *