‘k weet niet hoe ‘k het zou moeten benoemen nu.
‘k Voel me niet overmatig gelukkig of buitensporig ongelukkig; niet kwaad, niet angstig of extreem verdrietig.
Ook echt gelaten voel ‘k me niet.
Wanhopig? Machteloos? Eenzaam?
Neen, ook die sentimenten lijken aan scherpte te hebben verloren.
Tot m’n eigen grote frustratie ben ‘k weer super veel aan het roken.
Elke sigaret die ‘k opsteek voelt echt als een sigaret te veel.
Toch kan ‘k het niet laten.
Bij ’t ontwaken twee-drie kort na elkaar, binnen de twee uur.
Doorheen de rest van de dag.. Elk uur?
Elk ‘dood’ moment.
En er zijn veel ‘dode’ momenten.
Te veel!
‘k Heb niet echt iets om handen.
Geen echt doel of geen echte bezigheid nu.
Ja, dat zoeken naar een ‘woonst’..
Dat neem ‘k vanaf volgende week zelf weer volledig terug in handen, want reken op derden brengt me weer maar eens geen stap vooruit.
‘k Zeg niet dat die niet zullen proberen he.
Waarschijnlijk zullen die wel proberen.
Maar ‘k kan moeilijk beweren dat het al iets heeft opgeleverd, dat het ons al een stap vooruit heeft gebracht, als het na meer dan een jaar nog niks heeft opgeleverd.
Oh ja, en had ‘k dan ondertussen zelf niet meer kunnen doen?
Het is absurd hoeveel ‘k gedaan en geprobeerd heb.
Hoeveel instanties die ‘k aangesproken heb, hoeveel mensen, Immo’s..
Hoeveel huizen, appartementen, studio’s die ‘k gaan bezichtigen ben..
Hoe ‘k m’n eigen gevoel, m’n eigen noden en verlangens, m’n eigen grenzen weer opzij geschoven heb..
“Mij” in dat ‘proces’ weer laten vertrappelen heb, laten kleineren, laten afstraffen..
Dat “mij” gebukt heb om de last van anderen te dragen.. om hún schuld, hún schaamte.. hún verantwoordelijkheden over te nemen en die voor hun te dragen.. te vérdragen!
Neen, het is niet dat ‘k te weinig gedaan of geprobeerd heb.
‘k Heb eigenlijk weer veel te veel gedaan.
En dat heeft me weer afgemat, uitgehold, leeg gemaakt.
Maar het heeft me ook weer veel geleerd!
Over anderen, over de maatschappij, over “samen”leven.. en over dat “mezelf”.
Het heeft me echt weer super veel geleerd over dat ‘mezelf’.
Zeker in dat laatste jaar nu.
Waarin m’n “welzijn” in zeer grote mate afhankelijk was van derden.
Waarin m’n welzijn grotendeels in de handen van derden lag.
M’n fysieke en mentale gezondheid bijna volledig afhankelijk was van de zorg, de “goedheid”.. ja zelfs de liefdadigheid, de barmhartigheid van mens en maatschappij..
Waarin m’n “leven” haast continu op ‘het randje’ balanceerde en bijna uitsluitend op die “goedkeuring” van derden moest rekenen om te mogen ‘overleven’..
Dát, heeft me zóveel geleerd over dat ‘mezelf’..
Dat ‘k daar eigenlijk dankbaar voor ben.
Dankbaar, voor al die mensen die die voorbije jaren m’n pad gekruist hebben en me getoond hebben -en me laten voelen hebben- dat “ik” toch waarde en bestaansrecht heb.
Al die psychologen, psychiaters.. al die ‘vrienden’ en ‘vriendinnen’, kennissen..
Al die ambtenaren, hulpverleners, volksvertegenwoordigers, schepen en burgemeesters..
Al die ‘vaders’ en ‘moeders’, ‘mama’s’ en ‘papa’s’, ‘broers’ en ‘zussen’..
Allemaal..
In meer of mindere maten hebben die me allemaal getoond -én laten voelen- dat die hun eigen comfortabele ‘welzijn’, hun eigen egocentrische welbevinden, hun eigen kleinzielige (ICMe-)gedachten en gevoelens en waarde en bestaansrecht BÓVEN dat van een ander plaatsen.
Niet gelijk aan, maar bóven!
En daarmee hebben die me getoond en laten voelen dat datgene wat ‘k al heel m’n bestaan denk -dat wat me aangeleerd is en wat ‘k al heel m’n bestaan ‘geloof’- dat “ik” geen waarde en bestaansrecht heb, dat dat niet ‘klopt’.
Dat dat niet ‘juist’ is.
Niet enkel in dat ‘in-functie-van-een-ander’..
Maar zelfs ín ‘mezelf’ en vóór ‘mezelf’.
Die hebben me getoond, én laten voelen, door zichzelf, individueel-collectief, boven alles en iedereen boven te plaatsen, dat wat ‘k kenden én geloofde doordat me dat aangeleerd was, niet klopt en dat ook “ik” daarom waarde en bestaansrecht heb.
En eigenlijk ben ‘k daar ontzettend dankbaar voor.
(en ja “ontzettend” is hier het juiste woord want het ONTZET me)
Het is weer een mijlpaal die ‘k niet voor mogelijk had gehouden.
Een stap in een richting die voordien zelfs niet bestond.
En ‘k heb het WEER alleen gedaan.
Hoe, weet ‘k weer niet, maar ‘k heb een veerkracht, een vastberadenheid en een uithoudingsvermogen dat onwaarschijnlijk is.
‘k Heb ergens een absurde ‘liefde’ voor het leven, voor alle leven, voor al de nevenschoonheid in het leven, die me zelfs in de meest bittere, kille kou als een haast onuitputtelijke en pure energiebron blijkt te verwarmen.
En zelfs niet alleen “mij”.
Met een gemak dat tegen het potsierlijke aanleunt blijk ‘k zelfs in m’n eigen meest donkere en koude momenten voldoende licht en warmte te produceren om het leven buiten mij daarmee te kunnen verlichten en verwarmen.
En ‘k doe dat ook!
Ook al beseft niet iedereen dat.
Ook al voelt niet iedereen dat.
Dikwijls (meestal) omdat ze vanuit dat ICMe-denken die warmte niet kunnen voelen.
Maar dat geeft niet, het is niet erg.
‘k Doe dat niet omdat ‘k dat moet.
‘k Doe dat omdat ‘k dat graag doe, graag wil doen. Meer niet.
En ‘k ben daar dankbaar voor.
‘k Ben dankbaar voor alles wat ‘k nu geschreven heb ook.
Dankbaar voor de weg die ‘k heb afgelegd -de minuscuul kleine pasjes en de mijlpalen- en de weg die ‘k nog af te leggen heb.
Die nog onzichtbaar is nu en die ‘k nog mag afleggen.
‘k Weet niet maar ‘k voel me vandaag ontzettend dankbaar..
Voor alles.. én voor dat “mezelf”.
Voor heel dat versplinterd zelf.
Dankbaar..
En dat is zó nieuw en anders..
zo’n vreemd ‘gevoel’..
dat ‘k het zelfs in het begin van deze tekst niet wist te benoemen.
Dankbaarheid. Ghmm….
Wat een vreemd herkenbaar gevoel.
ᗪ𝒾∂เรᗪ𝔫ค©️MMXXIV