De stress van de voorbije dagen -over die badkamervloer- begint een beetje weg te ebben.

Eindelijk! lijkt het erop dat we dat plakkerige boeltje onder controle hebben.

We bedenken ons nu dat het ergens wel zou kunnen gezien worden als een vergelijking, met dingen waar we constant mee kampen.

Dingen, die we in ons bestaan tegenkomen en waar we dan -alleen en zonder enige hulp- zonder dat iemand ook maar enig idee heeft hoe hard we met iets worstelen- immens veel tijd en energie “moeten” insteken.

Dingen, waar we in vast blijven plakken.

Aán vast blijven plakken.

Tot ze ‘opgelost’ zijn.

Niemand ziet de tijd en de energie die we ergens insteken.

Het zoeken, het proberen, het vallen en opstaan.. en vallen en vallen en vallen..

En het steeds opnieuw opstaan.

En die ‘dingen’ -omstandigheden, gebeurtenissen, situaties..- zorgen er telkens voor dat we niet meer ‘verder’ kunnen, tot die ‘opgelost’ zijn.

Waarbij het ook dikwijls gaat over zaken die voor anderen ‘normaal’ en ‘vanzelfsprekend’ zijn.

Die zaken houden ons in een impasse; ze gijzelen ons.. fysiek, mentaal, geestelijk.. en emotioneel.. als spoken uit het ‘verleden’: verantwoordelijk!, schuldig!, niet goed genoeg!, waardeloos!, geen bestaansrecht, onmogelijk om van te houden..

Wat we ook doen, wat we ook proberen.

Wij, ons ‘ik’, ons echte ‘ik’, is nergens, nooit, goed genoeg.

Wat we ook doen, wat we ook proberen, hoe hard we ook werken.

En die ‘nergens’ en ‘nooit’ zijn geen overgeneralisaties.

Het is niet “maar mijn gevoel”.

Het is de enige feitelijke waarheid.

Een die ons al heel ons bestaan zeer duidelijk wordt gemaakt.

Of je nu spreekt over instanties of mensen..

Wat we ook doen, hoe hard we ons best ook doen en werken en proberen..

Het is NOOIT! goed genoeg!

En wij, ons ‘ik’, ons echte ‘ik’, is nooit, nergens, welkom.

Er zal zeker gezegd worden dat het “maar tussen onze oren zit”, maar dat is het niet.

Al heel ons bestaan, vanaf dat wij een beetje onszelf proberen zijn of voor onszelf eens proberen op te komen of eens nee zeggen.. op iets dat ons schaadt, worden wij uitgespuugd.

Beoordeeld, veroordeeld.. en gestraft.

Zelfs al proberen we niet meer te doen dan opkomen voor een recht, iets wat voor ieder ander als vanzelfsprekend wordt beschouwd..

Nee. Als wij dat doen, proberen -> oordeling, veroordeling én straf!

Gelijk die gemeente Bornem.

Die ons zonder pardon “gewoon” al ons recht afneemt en alle hulp weigert.. omdat we -onbeholpen- geprobeerd hebben om voor onszelf op te komen.

Daarom doen we ook zo hard ons best.. om onszelf te verbergen; om onszelf niet te zijn.

Om onszelf, ons echte zelf, niet te ‘hoeven’ zijn.

Een masker, dat niet meer afgezet kan worden.. uit pijn.

Een masker, uit de pijn, en verdriet, omdat je echte zelf nergens welkom is.

En niemand die doorheeft hoe verschrikkelijk hard we werken, hoe verschrikkelijk hard we ons best doen, om niet onszelf te zijn.. om in hun ‘normaal’ te kunnen passen.

Om ons aan te passen en compleet weg te cijferen, om in hun ‘normaal’ te kunnen passen.

Zelfs niemand die echt doorheeft -op eender welk moment- wát wij allemaal doen.. voor hún!

Onszelf niet zijn, ons aanpassen, áán hun, vóór hun.

Om toch, ooit, misschien, eens ‘goed genoeg’ te kunnen zijn.

Maar dat kan niet natuurlijk.

Want het is dan ook niet voor ‘ons’.

Het is dan -moest dat dan zelfs eens kunnen, ‘goed genoeg zijn’- niet voor ‘ons’, maar voor dat ‘masker’, dat we voor hun opzetten.

Want zelfs dat utopische ‘goed genoeg’, zou dan enkel voor dat ‘niet ik’ zijn.

En dan is die badkamervloer geen slechte vergelijking voor al die dingen waar we mee kampen.

Dat is niet voor ons, maar toch zijn wij en enkel wij daar al vier maanden mee bezig.

Omwille van spoken.

Spoken uit het verleden, in het heden.

Vier maanden dat het ons bezig houdt, dat we naar oplossingen aan het zoeken zijn, dat we geen hulp krijgen en dat al wat we doen en proberen -voor een ander- niet eens geapprecieerd wordt.

Integendeel! Er wordt ons verantwoordelijkheid en schuld toegesmeten.

Zoals die vloer dan plakt door het niet uitharden van die twee-componenten -als dikke, stroperige teer- zo plakt dat ook op ons.

En ook al is dat niet onze verantwoordelijkheid -en al zeker niet die van ons alleen- toch zijn wij en enkel wij daar mee bezig.

Houdt het ons in een impasse en zijn wij daar tijd en energie in aan het steken.. ten koste van onszelf!

Alleen maar om ‘het’ onder controle te krijgen.

‘Damage control’.

Dat ging er nu door ons heen.

Daar zijn wij constant mee bezig: Damage control.

En als er dan een beetje controle over de ‘schade’ verkregen wordt, geeft dat wel een beetje ‘rust’.

Dan begint de stress een beetje ‘weg te ebben’.

Maar nooit helemaal.

Want er is altijd dan ‘het volgende’ dat in ons achterhoofd spookt.

Zoals we ooit eens tegen die psychologe in Sint Hieronymus zeiden, denken we nu: “Als een dam die op breken staat en waar gaten in zitten.”

Die je maar constant probeert te dichten.

Maar waar, door de enorme druk die erachter ligt, terwijl je nog met het ene gat bezig bent, er reeds een volgend gat ontstaat.

Dat ook weer aandacht eist.

Een oplossing eist.

En dan ben je enkel met dat bezig: Noodoplossingen.

Bang dat die dam gaat breken; en dat je zal verzuipen.

Damage control, noodoplossingen, die al je tijd en ruimte in beslag nemen.

Omdat je ook bang bent dat anderen mee gaan verzuipen als die dam breekt.

Anderen, die mee zullen verzuipen, in de tsunami die het breken van die dam zal veroorzaken.

Die tsunami.. van dat “ik”.

“Ik hou wan water, kan goed zwemmen en kan surfen op de golven”, zei die psychologe.

“Vertrouw maar op mij”.

Dat deden we; en ze verzoop!

Ze verzoop, in amper een fractie van dat ‘ons’.

In amper een golf, een rimpeling.. in amper een druppel.. één enkele traan.. van dat ‘ons’.

En we nemen het onszelf kwalijk.

Dat we haar vertrouwde.. en dat ze toch verzoop.

Nog steeds, nemen we dat onszelf kwalijk.

Zoals we het onszelf kwalijk nemen dat we altijd, in dat “zelf”, voor iedereen te veel zijn.

Nooit goed, nooit goed genoeg.. altijd te veel.

Voor ouders, ‘familie’.. voor ‘vrienden’, kennissen.. ‘samenleving’..

Zelfs voor ‘psychologen’.

Dat “ons”.. geen bestaansrecht, altijd te veel.

Zelfs in die kleine fractie van een traan.

Zelfs in die kleinste fractie van dat “ons”, dat “ik”, dat echt “ik”.. Te Veel!

Die vloer, in diezelfde hoedanigheid.

Damage control!

Damage control.. van dat “ons”.


𝒾∂เรᗪ𝔫©️MMXXV

Je kan misschien ook genieten van:

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *